Toespraak door Alexander Allaert

Nationaal Colloquium  04/03/2016 : Samen groeien naar een duurzame erkenning

Mevrouw de minister,

Mijnheer de minister,

Dames en heren psychologen,

Beste allen in al uw hoedanigheden en titels,

Beste sympathisanten en supporters,

Ook ik heet U als vice-voorzitter (officieel plaatsvervangend voorzitter) van de psychologencommissie hartelijk welkom.

Zoals de voorzitster, Catherine, daarnet aanstipte sloeg de wetgever met de wet tot bescherming van de titel van psycholoog van 8 november 1993 een weg in waarbij de eigenheid en de kwaliteit van de diensten die een psycholoog verstrekt, erkend worden.

Tussen voornoemde wet enerzijds en de recente aanpassing van die wet en de inwerkingtreding van de deontologische code anderzijds verstreken meer dan twintig jaar.

Een lange weg werd dus reeds bewandeld én er is nog een lange weg te gaan.

Is het correct te stellen dat de wetgever en het beleid te lang gewacht hebben om een wettelijk kader te scheppen voor de psychologen ? Neen, eigenlijk niet. Psychologie is een jonge wetenschap.

De start van de psychologie als wetenschap wordt door het gros van de academici pas op het einde van de negentiende eeuw gesitueerd. De psychologie als (geestes)wetenschap wordt door hen als een jonge wetenschap bestempeld.

Wist U dat in het Verenigd Koninkrijk pas halfweg 2009 wetgeving werd uitgevaardigd om zeven specifieke titels - samen met 'agreed standard of practice' -  te beschermen, gaande van klinisch psychologen over gezondheidspsychologen tot forensisch psychologen. En dat in Frankrijk nog geen wettelijk vastgelegde plichtenleer bestaat ?

Zoals voor diegene die hij vertegenwoordigt, wij allemaal dus, is het ook voor de wetgever niet evident om een correcte beschrijving te geven van het werkveld van de psycholoog en zijn kennis en vaardigheden een exacte maatschappelijke waardering mee te geven. Het is pas bij het toepassen van voormelde (geestes)wetenschap op het echte leven dat duidelijk wordt wat de impact is van een psycholoog op zijn omgeving. En dat het brede gamma aan soorten psychologen duidelijk wordt : arbeidspsychologen, gezondheidspsychologen, opvoedkundige (onderwijs-) psychologen, klinische psychologen, sportpsychologen, forensische psychologen ...

In heel wat landen staan studenten in alsmaar grotere getale in de rij om psychologie te studeren.

Twee grote uitdagingen zal U daarbij niet uit de weg kunnen gaan.

De eerste uitdaging is de ruimte die U zal scheppen om na te denken over de plaats van uw kennis en vaardigheden in de maatschappij zoals we die nu en in de toekomst zullen kennen. Dat zal introspectie vragen.

De tweede uitdaging is de communicatie met de buitenwacht. Mensen hebben het recht om geïnformeerd te worden over wat een psycholoog kan en mag doen maar ook het recht om geholpen te worden bij het doorprikken van illusies en waanbeelden over de werkelijkheid en de exacte rol van een psycholoog. Een correcte communicatie over die rol is daarbij van cruciaal belang.

Het tot wasdom komen van de psychologencommissie, het scheppen van een bindende deontologische code, het ontstaan van disciplinaire raden en de evoluties in het KB nr. 78 (betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen) gaan hand in hand met de maatschappelijke en wettelijke erkenning van het bestaan van de titel, het beroep en de praktijk als psycholoog. De goegemeente beseft dat de kennis die psychologen bezitten onontbeerlijk wordt om maatschappelijke vraagstukken allerhande op te lossen.

Maar die erkenning (en de daartoe benodigde autonomie) brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Een verantwoordelijkheid tegenover mens en maatschappij in het blootleggen, uitleggen, analyseren en behandelen van de geestelijke banden die ons boeien. Maar ook de verantwoordelijkheid tegenover zichzelf als beroepsbeoefenaar om zichzelf te blijven bevragen over de waarde, de zin en de plaats van het beroep.

Catherine en ik zijn er rotsvast van overtuigd dat de psychologen deze uitdagingen aankunnen.  En we zijn er ook van overtuigd dat jullie werk de geestelijke gezondheid van mensen, structuren, systemen en voorzieningen ten goede komt.


 
Deel deze pagina